Dichter en filosoof Ko van 't Hek vertelt over zijn boek Börre, dat voortkomt uit een jeugdige grap: hij en een vriend schreven op hun twaalfde schreven aan VPRO’s Achterwerk uitgroeide tot een boek vol verkenningen over leugens, waarheid en vergeving. De brief, ondertekend door het fictieve jongetje Börre, ontving destijds honderden reacties.

Jaren later vond hij de brieven terug en besloot er een boek van te maken, waarin hij niet alleen de humor maar ook de morele en filosofische implicaties onderzoekt. Ko bespreekt ook de balans tussen humor en ernst in zijn boek, waarin hij feiten en fictie vermengt.